Hoe los je problemen met je naaimachine op?

Als de naaimachine niet goed functioneert, ga dan eerst volgende lijst met mogelijke problemen en oplossingen na.

De naaimachine werkt niet

  1. de naaimachine staat niet aan / controleer de aan-uit knop
  2. de persvoet staat omhoog / zet de persvoet omlaag

De naald breekt

  1. de naald is niet juist ingezet / zet de naald zo hoog mogelijk met de platte kant naar achter
  2. de naald is verbogen of krom / vervang de naald
  3. de naald is niet aangepast aan de stof / zet de juiste naald in
  4. verkeerde persvoet / bevestig de juiste persvoet
  5. de spanning van de bovendraad is te vast / verlaag te spanning van de bovendraad
  6. er wordt te hard aan de stof getrokken / leid de stof losjes, niet trekken
  7. het bobijn is niet goed geplaatst / plaats het bobijntje op de juiste manier
  8. er zit een verkeerd spoel in de machine / gebruik uitsluitend de juiste, originele spoelen

De bovendraad breekt

  1. zie bovenstaande redenen
  2. de bovendraad is niet goed ingeregen / rijg de bovendraad op de juiste manier in
  3. de draad zit geknoopt / verwijder het geknoopte gedeelte
  4. de spoelhuls is niet goed ingezet / zet de spoelhuls opnieuw en juist in

De machine slaat steken over

  1. de naald is niet goed ingezet / zet de naald juist in
  2. de naald is niet aangepast aan de stof / gebruik de juiste naald
  3. de naald is verbogen of stomp / vervang de naald

De draadspanning is niet goed

  1. de bovendraad is niet goed ingeregen / rijg de bovendraad opnieuw in
  2. lussen onderaan / rijg de bovendraad opnieuw in
  3. lussen bovenaan / controleer of de onderdraad juist zit
  4. het spoel is ongelijkmatig opgespoeld / spoel opnieuw op
  5. slechte kwaliteit garen / gebruik stikzijde van goede kwaliteit

De stof wordt niet doorgevoerd

  1. de transporteur staat omlaag / zet de transportknop juist
  2. er zit teveel stof of vuil tussen de tandjes / verwijder de steekplaat en maak het transport met een borsteltje schoon

Nog enkele nuttige tips om problemen te voorkomen

  1. maak uw naaimachine regelmatig proper met een borsteltje en breng indien nodig af en toe een druppeltje olie aan
  2. Gebruik de juiste naald aangepast aan de stof:
    • universele naald: gewone geweven stoffen;  linnen en katoen
    • stretch naald: alle rekbare en gebreide stoffen; jersey, lycra, joggingstof, interlock
    • ledernaald: leder en daim
    • microtexnaald: fijne stoffen; organza, zijde, microweefsels
    • jeansnaald: zware stoffen; jeans, keper
    • topstitchnaald: voor het stikken met dikker garen
    • pcl-naald: plastiek, sky, folie
    • quiltnaald: doortsikken van quilten
    • mettalicnaald: voor het stikken met metaalgarens
  3. gebruik de juiste dikte van naald
    • dunne stoffen: naalddikte 60 – 70 – 75
    • gewone stoffen: naalddikte 80 – 90
    • dikke stoffen: naalddikte 100 – 110

Raadpleeg de handleiding van uw naaimachine, hierin vindt u tips en oplossingen specifiek voor uw naaimachine